12 jul Gambier – Papeete
12 juli 2024
Gambier – Papeete
De reis begint goed. Na dagen met veel wind en regen is het een mooie dag met zon en de wind is ook wat afgenomen. Terwijl we het atol uitvaren genieten we van de vele kleuren blauw en groen in het water. Zodra we de laatste ring van koraal overvaren, wordt het meteen diep. Binnen een paar honderd meter neemt de waterdiepte toe van slechts 5 meter tot 2000 meter. We zetten zeil en op een mooie vlakke zee lopen we meteen ruim 7 knopen. Vanmorgen was er even helemaal geen wind en voeren we op de motor. Saai was het ook niet want we vingen kort na elkaar twee enorme Mahi Mahi’s. De eerste was met een lengte van 1,50 meter en een gewicht van 25 kilo de grootste Mahi Mahi die we ooit hebben gevangen.
We willen eerst wat afstand afleggen en nu de wind weer terug is lukt dat prima. De tweede helft van de reis weten we dan hoeveel tijd we over hebben en dan gaan we dan kijken welke atollen we eventueel kunnen bezoeken . Dat is nog niet zo eenvoudig, want enorme gebieden hier zijn niet of nauwelijks in kaart gebracht. Overal op de zeekaarten staan waarschuwingen: “Doubtfull data” of “ large depth anomalies may be expected”. Voor wie het dan nog steeds niet snapt, dit zijn hele gebieden met een dikke magenta lijn aangeduid als “area to be avoided”. En dan hebben we het over gebieden van 180 bij 100 kilometer.
Voor bijna iedereen aan boord is het onbegrijpelijk dat het nog bestaat: witte vlekken op de kaart. Gebieden waarvan we alleen bij benadering weten wat er precies is. De Franse zeekaarten leggen het uit: veel informatie is in de kaart gezet op basis van satelietfoto’s. Dat er een eiland ligt is dan wel redelijk zeker, maar hoe diep het precies is rond dat eiland, of er riffen zijn of rotsen, dat is allemaal niet precies te herleiden uit dat soort foto’s. Daarvoor zou een schip peilingen moeten doen, maar in een gebied als dit is daarvoor gewoon geen economische noodzaak.
Veel atollen zijn overigens helemaal dicht. Je zou er dus niet kunnen varen. Maar er zijn er ook veel waar, al dan niet kunstmatig, een doorvaart is in de ring van koraal. Een extra gevaar is , behalve de slechte kaarten, de sterke stroming. Niet alleen door eb en vloed, maar ook doordat golven over de ring van koraal breken, vullen de atollen op en is de waterstand er vaak hoger dan in de omringendde zee. Dat resulteert in stroming van meestal 4 tot 8, maar soms wel 12 – 20 knopen in zo’n passage. Dat is voor ons wat al te gek dus als we al zo’n passage nemen, moeten we het heel precies timen. Meestal is er bij de overgang van eb naar vloed wel een half uur met wat minder stroom. De kunst is om het moment uit te rekenen…