25 jan Breefok
Breefok
25 januari 2016
Update van Alice Teekman:
“Op het moment dat ik dit schrijf is het nog donker, ik ben net wakker, het schip glijdt licht deinend over de oceaan. Zo rustig dat het voelt alsof we nauwelijks voortgang maken, maar als ik op het achterschip ga kijken blijken we 7 knopen te varen. Er staat een mooi windje, ongeveer 4 Bft.
Gisteravond rond elf uur hebben we de breefok gezet, een gigantisch vierhoekig zeil van 150 m2 dat onder de topzeilen aan de onderste ra wordt gehesen. Het is een hele klus, waar onze wacht (de witte) onder leiding van twee bemanningsleden een tijd zoet mee is geweest. De bijnaam van het zeil is niet voor niets BMF: big mother fucker. Eerst de gewone fok strijken, hierna moeten er door de beide onderste zeilhoeken van de breefok dikke, sterke lijnen worden geschoren, die als schoten dienen, en dan worden de blokken van de vallen aan de bovenste hoeken van de breefok vastgemaakt. Het zeil moet in één keer goed omhoog want anders gaat de wind ermee aan de haal. We hebben gelukkig een aantal sterke mannen dus het lukt. We zeilen fantastisch de nacht in, de volle maan maakt een breed zilveren spoor.
Kapitein Maarten wijst ons allerlei sterrenbeelden aan, Orion, Castor en Pollux, de Pleïaden, de Stier en nog veel meer. Bovendien vertelt hij prachtige, bijbehorende verhalen over Griekse goden en godinnen. Over een poosje, als de maan afneemt, zullen we nog veel meer sterren zien en nog meer verhalen horen.
We varen nog steeds naar het zuiden, in de loop van de middag zullen we langzaam naar het westen afbuigen. De wind is inmiddels al van zuidoost naar noordoost gedraaid en over een uur of 7 zullen we zuidelijk genoeg zijn om die wind constant mee te blijven houden, zo is het idee.
We zijn nog geen 48 uur op weg, maar voor mijn gevoel is het al veel langer. Het leven is heel simpel, je hebt wacht, je eet (altijd heerlijk), je slaapt, leest, maakt een praatje, kijkt over zee uit, enzovoort, maar toch verveelt het niet.
Wat ik heel opvallend vind is dat er tot nu toe totaal geen zeevogels te zien zijn. Dit schijnt normaal te zijn voor dit deel van de Atlantische Oceaan. Verder richting het Caraïbisch gebied hopen we o.a. fregatvogels te zien. Het wordt weer een stralende dag, en we hebben nog drie weken genieten voor de boeg!
PS: Net als ik dit verhaal wil gaan zenden, zien we de spuit van een walvis in de verte. Hierna zien we het nog een paar keer, maar te ver weg om met zekerheid te kunnen zeggen wat het was. We denken aan een bultrug, omdat de spuit eruit zag als een grote dikke ballon, maar hebben geen verdere aanknopingspunten. Meteen daarna komt er een grote groep dolfijnen naar het schip gesneld, om in de boeggolf te spelen. Het zijn Gevlekte dolfijnen (Stenella Frontalis).”