Leven aan boord

3 september 2014

We werden om 3:55 wakker voor onze wacht van 4 uur. De nacht was warm en de lucht en het water waren kristalhelder, maar er stond bijna geen wind. Niet goed voor zeilen, maar perfect voor staren naar de sterren. We raakten de tel kwijt van het aantal vallende sterren die door de Melkweg schoten. Terwijl we verder voeren op de motor keken we op de sterrenkaarten en vonden nieuwe constellaties. De vage geur van de vuren op de boorplatforms die de wolken er boven in brand leken te zetten.
Na zonsopgang begonnen we met het zetten van de fok, het grootzeil en de schoener. Nadat we de bezaan en de binnenkluiver gehesen hadden hielpen we met het klaarzetten van het ontbijt. De rest van de bemanning werd wakker met water in de mond van de geur van gebakken spek en verse koffie. Samen genoten we van een goede maaltijd na onze wacht.
De meeste van onze wacht bleef aan dek in plaats van naar bed te gaan om van de zon en de weldoende warmte te genieten. Er werd backgammon gespeeld, de twist gedanst, foto’s gemaakt en het schip leek een grote speeltuin. Klimmen in de mast en genieten van het uitzicht, op de boegspriet klimmen en poseren als een boegbeeld etc.
We waren net bezig met een cursus knopen leggen en naar het verhaal van de slang in het meertje aan het luisteren toen ineens een grote bos touw langs dreef. Om te vermijden dat dit soort ‘afval’ in iemands schroef terecht komt, besloot de kapitein om de bos uit zee te vissen. Snel rechtsomkeer gemaakt, waarna we de kluwen met vereende kracht aan boord hebben gehesen en netjes hebben opgeborgen tot onze aankomst in Londen.
Bij het wisselen van de wacht werd ‘s avonds het gaffeltopzeil gehesen aan de grote mast, voor de eerste keer gedurende deze reis. Onder zacht maanlicht schijnend over de Noordzee, begeleid door oude volksdeuntjes, onder vol tuig gleden we verder richting de Theems.