Calais

Calais

Calais

27 april 2014

Zojuist, om 12:55, afgemeerd in het Bassin Carnot in Calais.
We hebben zo hard gevaren het afgelopen etmaal dat we ruim de tijd hebben voor een extra stop. Boulogne-sur-Mer heeft geen plaats voor ons en Oostende is net iets te ver weg, zodat de keus op Calais valt. We hopen op een ‘Petit Café’ op het terras, een pernod voor de maaltijd. La douce France.
Maar La douce France laat zich hier van een heel andere kant zien. We liggen in een dok in een wat desolaat haventerrein. Honderden vluchtelingen uit Somalië, Afghanistan en vele andere landen hebben hier, net achter de hekken, hun van landbouwplastic gemaakte tenten opgeslagen tussen het rangeerterrein en de geparkeerde vrachtwagens. Hopend op dat ene plekje in een container of trailer naar het beloofde land: Engeland. Tegen beter weten in waarschijnlijk, want de ferry terminal wordt bewaakt als Fort Knox. Zonder alternatief in ieder geval, want het is wel duidelijk dat deze mensen niets anders hebben dan de kleren die ze dragen. Onder de vluchtelingen veel jonge mannen, maar ook vrouwen en kleine kinderen.
Calais zelf stemt nauwelijks vrolijker. Goedkope en vervallen huizen met dichte rolluiken, tattooshops, beautysalons en veel kroegen. De bewoners dragen de onmiskenbare ‘geur’ van armoede bij zich. Aan hun bleke en vaak opgezwollen gezichten, hun goedkope trainingspakken, schakelkettingen en (nep)leren jasjes zie je dat het leven hier zwaar is. Na de snelle overtocht en met de aankomst in Rotterdam steeds dichterbij is de sfeer aan boord heel goed. Maar dit stemt tot nadenken en zorgt voor een een aanmerkelijk meer ingetogen stemming.