31 mrt Dingen die kapot gaan
Dingen die kapot gaan
31 maart 2014
Het zonder ophouden weken achter elkaar doorzeilen is een ware slijtageslag. Het is onvermijdelijk dat dingen kapot gaan en je achting voor de professionele bemanning stijgt elke keer weer tot grote hoogte als ze zaken weten te fixen waar je zelfs niet zou weten hoe eraan te beginnen.
Zo is een tijd geleden het schoenertopzeil hoog in de mast midden op zee door Peter en David losgemaakt en naar beneden gehaald om gerepareerd, lees gestikt, te worden. David heeft vervolgens nachten lang aan het zeil gewerkt met de hulp van sommigen. Ondertussen deed het reserve topzeil dienst. Een gescheurde naad van een kluiver is op de boegspriet ‘even’ genaaid.
Gisteren, tijdens de zondagsrust, bleek er iets mis met de pijpleiding voor de waterafvoer. Dit betekende een middagje werk voor Frianko en Jacob. Jacob wordt ook wel de vetputpriester genoemd, dat wil zeggen “mijnheer de vetputpriester” alsjeblieft, maar het is stuurman Frianko die elk hoekje en knopje van het schip kent en wanneer hij zich ermee gaat bemoeien, weet je dat het serieus is. Het opduiken van wat de bemanning eufemistisch ‘grijs water’ noemt, wordt door ons allen gevreesd, maar vooral door hen in de lager gelegen hutten. Een soort koekje van eigen deeg.
Intussen wordt er al weken gebikt, geschuurd en geverfd naast alle andere werkzaamheden zoals het eigenlijke zeilen. Je zou zeggen, waarom moet de ‘Oosterschelde’ er als nieuw uitzien wanneer we dadelijk na twee jaar wereldreis de Waterweg opzeilen, maar dan ken je het programma niet. Het schip heeft dadelijk maar een week of wat rust voordat het zomerseizoen begint.
Zo zeilen we voort.