01 dec Pacifistisch Panorama
Pacifistisch Panorama
1 december 2013
Verslag van Olav:
“Hobbel-hobbel-hobbel-splatsh-kraak-plens, de ‘Oosterschelde’ ploegt zich door de South Pacific, gestaag onderweg naar Kaap Hoorn. Wacht-eten-bed-boekje, dagen rijgen zich aaneen.
Kleine gebeurtenissen worden grote avonturen. Een aantal dagen geleden werd in de vroege morgen een aantal mensen van de blauwe wacht slinks overvallen door een grote golf. Dit ontaardde in het met veel misbaar en spartelende ledematen over dek spoelen van een drietal leden van bovengenoemde wacht. Schade, een brilletje overboord, twee verzopen camera’s, natte pakken en gedeukte ego’s. Inmiddels is dit uitgegroeid tot heroïsche proporties waarin de halve wacht van dek is gespoeld.
Een eenvoudig diner groeit uit tot een ware feestmaaltijd. Ik moet hierbij mijn volle bewondering en verbazing uitspreken dat Job, onze kok, iedere keer weer een geweldige en creatieve maaltijd op ons bord weet te toveren. Zeker gezien zijn snel slinkende voorraad van verse ingrediënten.
We jagen al dagen gestadig en met goede wind richting Kaap Hoorn. Vandaag worden we, zonder dat we dit verwachtten, getrakteerd op een uitgelezen stormveld. De wind wakkert aan, de zee zwelt op. Huizenhoge golven rollen ons achterop en komen luid rommelend met sissende schuimkragen voorbij. Onze railing hangt voortdurend onder water. Water aan dek. De temperatuur is antarctisch geworden. Hagel en sneeuw jagen over het zwoegende schip en zijn langzaam verkleumende bemanning. De masten worden gehuld in een dunne sneeuwlaag en de eerste povere sneeuwbal wordt geworpen. De zeilen zijn bijna allemaal ingenomen; slechts de fok en het topzeil drijven ons voort over de wild geworden oceaan. Dan gebeurt het. De roerganger wordt van het stuurwiel geblazen, het roer wordt wild en voordat de stuurman kan ingrijpen. Krak. De fok finaal in tweeën gescheurd. Snel de fok eraf en een stormfok erop. Gevaarlijk werk boven de kolkende zee. Gelukkig komen wij er zonder kleerscheuren af en de fok is nog te repareren. Dan een nieuwe verrassing. Het wordt helder. De lucht wordt blauw en de woeste golven worden rustiger en veranderen in een heuvellandschap van diepblauw met helderwitte kragen. Felle buien, met vuilgrijze luchten, polaire omstandigheden en gierende winden trekken af en toe over ons heen. Hierna tovert de doorbrekende zon ons een wonderbaarlijk alpenlandschap voor. Geheel van sprankelend zilver. Nog nooit zoiets moois gezien. Ieder staat met bijna eerbiedige bewondering naar het fenomeen te kijken.
Hobbelde-hobbel-hobbeltje-spetter-piep-zucht. Boekje-wacht-eten-bed.
We hebben een vriendinnetje. Ik heb haar Sarah genoemd. Het is een prachtige zwarte Roetbruine albatros. Het prachtige beest komt al een paar dagen met het schip meevliegen. Bijna op grijpafstand komt zij loom langzij vliegen. Nieuwsgierig naar al dat gestuntel op het dek. Als een ballerina neemt ze dan weer afscheid en zwiert en zeilt dan gracieus over de ongedurige golven. Saraahh. Vandaag keek ze mij aan en ik geloof dat ze mij warempel een knipoog gaf. Ze zal wel gedacht hebben. Lompe lummel, sla je armen uit en vlieg met me mee. Saraahhhh.
Hobbeltje-hobbeltje-hobbel-drup-schuif-kledderum. Bed-boekje-eten-wacht.
Het is misschien niet eenieder bekend maar de ‘Oosterschelde’ heeft zijn lokale ‘hangout’, het kotje. Oneerbiedig ‘het stuurhuis’ genoemd. In en rond dit kotje wordt van alles besproken, van gehaktbal tot spirituele ervaring. Wat wil het geval. Onder onze trainees is een onevenredige hoeveelheid intellectuelen. Dit geeft de gesprekken rond het kotje soms een heel aparte diepgang. Zo stonden vandaag twee van de eerder genoemde lieden te discussiëren over een ballon met twee stippen die in elf dimensies opgeblazen werd en zo de oerknal kon verklaren. Hoewel ik altijd placht na te denken over onderwerpen die ik niet begrijp, heb ik besloten dat over dit onderwerp maar niet te doen. Ver weg besef ik wel dat ik deze reis over de zuidelijke Pacific dus indirect te danken heb aan een opgeblazen ballon met twee stippen in de elfde dimensie. Dank u, heren.
Hobbel-hobbels-hobbeltje-flats-zucht-druip. Eten-boekje-wacht-bed.
De Kaap Hoorn-koorts slaat nu werkelijk toe. Er wordt veelvuldig op koerskaarten gekeken en de eerste vraag in het kotje is altijd: “Hoe hard gaan we nou?”. Ik heb de gestage wind richting de Kaap inmiddels omgedoopt in ‘Cape Horn Blower’. Dit natuurlijk naar de Engelse filmserie ‘Hornblower’, waarin een jonge zeeman op prachtig onderhouden zeilschepen zich deel voor deel ontwikkelt tot een ware zeeheld. Deze serie behoort tot de geneugten van het entertainment-programma op de ‘Oosterschelde’. Terug naar Kaap Hoorn. Ieder is in blijde verwachting van een prachtig vergezicht met de kaap op de achtergrond. Dat het kan verkeren, heeft de ‘Europa’ inmiddels bewezen om met hoge zee en het zicht van een pot pindakaas deze felbevochten icoon te passeren. Ik vrees dat, als wij de kaap ‘s nachts passeren, een flitslampje ook niet het gewenste resultaat oplevert. Wij hopen er beste van en doen onze best.
Hobbel-hobbel-hobbel-plens-krak-drup, Wacht-eten-boekje-bed.
De ‘Oosterschelde’ baant zich een weg over de nu eindige oceaan. De dagen rijgen zich aaneen, op weg naar nieuwe avonturen.”