16 nov De wachten
De wachten
16 november 2013
Leo Boersen vertelt:
“We zijn aan onze derde week op deze tocht begonnen en gisteren zijn voor de tweede keer de wachten gewisseld. De rode wacht begon bij vertrek op 31 oktober de hondewacht (00:00-04:00) en de achtermiddagwacht (12:00-16:00). Na een week schoof iedereen een wacht op en liep de rode wacht de dagwacht (04:00-08:00) en de platvoetwacht (16:00-20:00). Na de wisseling van gisteren loopt de rode wacht de voormiddagwacht (08:00-12:00) en de eerstewacht (20:00-24:00). Over een week begint de rode wacht weer met de hondewacht en dit betekent dat iedereen –de rode, de witte en de blauwe watch- alle wachten een keer heeft gelopen.
Voor de bemanning is het iets anders; zij wisselen niet van wacht en zij lopen ‘s nachts 4 uur op en 8 uur af en overdag 6 uur op en 6 uur af. De wachten beginnen wel tegelijk met die van de niet gemonsterde varensgasten.
Het is duidelijk dat alle gasten aan boord op deze wijze zware (hondewacht), lichte (dagwacht) en gemakkelijke (voormiddagwacht) wachten lopen en zowel ‘s nachts als overdag in de weer moeten zijn. De etenstijden zijn: 07:30 uur ontbijt, 13:30 uur lunch en 19:30 uur avondeten, steeds aangekondigd met een paar slagen op de scheepsbel in de salon. De wacht helpt steeds mee met de maaltijd die in haar wacht valt: de antislipmatjes en bestek op de tafels plaatsen, evenals kannen met water en glazen, koffie en thee zetten, kok Job helpen met het serveren vanuit de kombuis van al het lekkers wat er is klaargemaakt en helpen bij het wegwerken van de vuile vaat en alles terugzetten op zijn plaats.
Iedereen, opstappers en bemanning, is inmiddels goed ingeschoten en alles verloopt soepel en vlotjes.
Na de lunch verandert de salon in een studie- en leeszaal. Voorzover men niet te kooi is om even bij te komen van het werken aan dek, ziet men her en der mensen zitten, diep gebogen over boeken van allerlei aard, waarbij maritieme werken en dan nog meer in het bijzonder verhalen over de Stille Zuidzee en Kaap Hoorn, de boventoon voeren. Er is nu zoveel over deze laatste twee onderwerpen gelezen en vooral ook gedebatteerd en gesproken, dat er een roep ontstaat naar ander leesvoer. Dan is er om 16:30 uur bijna dagelijks een activiteit. Deze begint met een update over het weer. Via Meteo Consult komen dagelijks gedetailleerde weerkaarten binnen, waarop de koers en zeilvoering worden afgestemd. Dan nautische workshops, lezingen door de gasten over uiteenlopende onderwerpen, films -vandaag deel 2 van ‘Longitude’ met onder meer Michael Gambon en Jeremy Irons- en ook een instructie over sturen door stuurman Ewout van Grondelle voor ieder persoonlijk. “Niet te veel aan het roer zitten. De ‘Oosterschelde’ kent haar weg wel”, was zijn aanstekelijke en hartverwarmende observatie. Ieder van ons heeft de neiging alsmaar naar het kompas te turen en bij iedere afwijking van de opgegeven koers tegenroer te geven. Niet doen dus, maar de oude dame de tijd geven haar koers weer op te pakken, wat ze bijna altijd doet. Een uitstekende oefening in geduld voor de gehaaste westerse mens, die het vanzelfsprekend vindt dat alles wat hij wil, ook altijd onmiddellijk gebeurt.
De gesprekken waarop we in het vorig verslag doelden, vinden vooral plaats tijdens het wachtlopen. Door al deze gesprekken lijkt de wacht voorbij te vliegen. Alles wat men bedenken kan, komt ter sprake en ieder heeft zijn verhaal en zijn redenen en iedereen is gelijk aan boord; iedereen kampt met een slingerend schip, iedereen ervaart de onmetelijkheid van de Oceaan, de wisselende winden, de motregen en de kou, ‘s nachts is het 5 à 6 graden en afhankelijk van de wind en bewolking wordt het overdag niet veel meer dan 10 graden en iedereen ziet het schip, wanneer hij/zij aan het roer staat, soms wel 20 graden weglopen van de koers als een roller van de machtige Pacifische deining langskomt en iedereen ligt ongemakkelijk in zijn/haar kooi als door de deining de ‘Oosterschelde’ eindeloos lijkt te blijven slingeren. Iedere wacht heeft de breefok (een machtig maar enigszins onhanteerbaar zeil, dat vanwege de ARBO-wetgeving niet mag worden gehesen en hierom alleen buiten de territoriale wateren wordt gezet, nadat ook nog via de radar is vastgesteld dat er geen ambtenaren in de buurt zijn) een keer, of meerdere keren, gezet of gestreken en iedere wacht heeft ervaren welke andere zeilen worden gevoerd door de ‘Oosterschelde’.
Na vele dagen over de stuurboordsboeg te hebben gelegen, varen we nu over de bakboordsboeg. Het enige wat nog rechtvaardig is, is de zee. De zee die de oorzaak is van alles en alle dingen, geeft nu slaapcomfort aan de mensen die een kooi aan bakboord hebben en de zee zal bepalen wanneer het tijd wordt weer te wisselen.
De zee geeft ook discrete signalen af aan hen die haar bevaren: blijf steeds voorzichtig en alert. Zo hebben de twee Leo’s aan boord -om precies te zijn, Leonard en Leo- ieder, los van elkaar, bij het werken aan de breefok, een klein ongemak opgelopen door een onverhoedse roller. Leo’s en breefok; het lijkt geen gelukkige combinatie maar ontheffing van dienst wordt niet verleend.
Waarom plotseling een groep van enige tientallen stormvogeltjes een klein uur om de ‘Oosterschelde’ vliegt kan niemand aan boord verklaren. Kennelijk trok dat de aandacht van een paar Witkapalbatrossen, die hen even gezelschap kwam houden. Het schouwspel werd gecompleteerd door het al even plotselinge verschijnen van een groep van enige tientallen Zandloperdolfijnen. Iedereen aan dek en iedereen filmen of foto’s maken. Moeiteloos schieten de zwartwitte pijlen voor en onder de ‘Oosterschelde’ door, draaien om, scheren rakelings langs elkaar, soms recht op elkaar af, plots aan bakboord opdoemend, dan weer aan stuurboord, paarsgewijs in strakke formatie, net onder het wateroppervlak, dan weer grotendeels boven water en dan op een voor de mens niet waarneembaar commando, alles in een keer weeg, net zo onverhoeds als het schouwspel was begonnen.
De Pacific; never a dull moment.”