Onvergetelijke reis naar de 'Batavia'

Onvergetelijke reis naar de 'Batavia'

Onvergetelijke reis naar de 'Batavia'

14 augustus 2013

Verslag van Jaap Roskam:
“Toen ik ergens begin juli een email ontving om Batavia-gids op de ‘Oosterschelde’ te worden, raakte ik wat in de war: “Batavia-gids op de ‘Oosterschelde’?” Het duurde even voor ik doorhad dat de ‘Oosterschelde’ een authentiek schip is dat in haar derde leven zo ongeveer even lang onder zeil vaart als ik in Australia woon. Toen echter het balletje viel, was ik in de zevende hemel. Sinds midden jaren ’90 woon ik aan de oostkust van Australië en had sindsdien de wens naar de Abrolhos-eilandgroep te gaan, waar in 1629 de ‘Batavia’ en haar opvarenden zo’n tragische ramp overkwam. Helaas lukte het steeds weer niet de eindjes bij elkaar te knopen om die reis te maken. De uitnodiging om gids te zijn aan boord van de ‘Oosterschelde’ en daarbij wat professioneel fotowerk te verrichten leek dan ook te mooi om waar te zijn. Als fotograaf was ik sinds omstreeks 1994 eerst in Nederland en later in 2000 in Sydney betrokken geweest bij de nieuwe ‘Batavia’. De geschiedenis van de ‘Batavia’ zat me dus al bijna 20 jaar ‘under the skin’ zoals ze hier zeggen. Op 1 Augustus vloog ik van Sydney naar Perth en arriveerde middernacht op het schip dat afgemeerd lag tesamen met de ‘Europa’ en ‘Tecla’ aan een kade van de haven van Fremantle. Tot mijn verrassing was de bemanning nog hard aan het werk met beladen van het schip. Ik werd hartelijk verwelkomd met een borrel aan boord van een onmiskenbaar stukje Nederland. Een pracht exemplaar van de Bruine Vloot, kompleet met schitterend scheepstimmerwerk en koperbeslag zoals je dat echt alleen aan boord van een origineel klassiek Hollands schip vindt. Voor mij was het een soort van thuiskomen, een onvervalst stukje drijvend Nederland met een bemanning van echte Hollanders die heerlijk ongecompliceerd Hollands plezier hebben in alles wat ze doen. Na 16 jaar leven tussen de evenzo plezierige maar toch ‘andere’ Ozzies een ware opluchting. Effe lekker Hollands van je af kletsen en dan nog wel aan boord van een prachtig Hollands schip met als vooruitzicht naar de Abrolhos-eilanden te zeilen; mens, ik had de loterij gewonnen, zo voelde het. Twee dagen later arriveerden de gasten, een ongekend gevarieerde groep mensen van allerhande komaf: Australiërs die de trip al maanden tevoren hadden geboekt, Nederlanders die speciaal voor deze zeiltocht kwamen overvliegen, maar ook een paar die de dag voor vertrek geïnspireerd raakten door het unieke karakter van het schip en de reisbeschrijving, en spontaan boekten. Van een jong bankiers-stelletje op huwelijksreis tot een reeds lang gepensioneerd bouwondernemer, twee artsen, een gepensioneerd jacht-zeilechtpaar, een ministerieel chauffeur, een regeringsambtenaar, een boer en zo meer.
De zon scheen, de wind waaide uit de goede hoek om uit te zeilen, en uitgeleide gedaan door de replica van de ‘Duijfken’ verlieten we met de ‘Europa’ en de ‘Tecla’ allen onder zeil de haven. Enorme mensenmenigten zwaaiden de schepen uit. Tijdens de open dagen was het soms voetje voor voetje over het schip lopen en al die mensen kwamen ons nu behouden vaart wensen. Aan boord werd een heerlijke lunch geserveerd, slechts een klein voorproefje van de culinaire verrassingen die kok Wouter voor ons in petto had. Iedereen was het er over eens dat zijn kookkunst een luxe cruise-schip waardig was. Maar, op een cruise-schip wordt men niet verwacht mee te helpen het schip te varen, aan boord van een zeilschip als de ‘Oosterschelde’ is elke hand nodig en dus werden we in wachten ingedeeld. De rode, blauwe en witte wacht, steeds vier uur op en acht uur af. Dit zorgde voor een werkbare dagindeling waar iedereen aan meedeed. Eerst wat zeil- en tuigage-instructies door de bemanning, zodat we aan het juiste touwtje zouden trekken op het juiste moment. We leerden dat het schip een mizzen, main en schooner mast heeft met bijbehorende zeilen en touwen. We leerden dat een zeilschip niet alleen op het kompas gestuurd wordt maar ook aan de wind en dat het de kunst is de perfecte balans tussen die twee te vinden om daar te arriveren waar de kapitein dat wil. De eerste dagen voeren we op een mix van motor en zeil, de krachtige motor van de ‘Oosterschelde’ ploegde het schip gestaag voort toen de wind tegen was, we hadden tenslotte een bestemming te bereiken: de Abrolhos-eilanden, en om precies te zijn de Wallabi Group van die eilanden want daar had zich in 1629 de Batavia-tragedie afgespeeld. ‘Batavia’ was dan ook het centrale thema van deze sectie van de Oosterschelde-wereldreis. Tijdens een van de gezellige avonden in de sfeervolle salon mocht ik mijn verhaal met foto’s van de ‘Batavia’ afsteken. Een geïnteresseerd gehoor inspireerde me dit met veel enthousiasme te doen. Het was verrassend te ontdekken hoe zeer de ‘Batavia’ leeft onder de Australiërs, voor hen is het een heel belangrijk deel van hun geschiedenis. De talrijke Nederlandse scheepswrakken aan de Australische westkust ‘leven’ hier voort in diverse musea en bij tal van historische clubs en onderzoekers. Na enkele dagen meerden we af bij de grotere eilanden van de Wallabi-groep. Niet ver van het eiland waar de soldaten onder leiding van Wiebe Hayes hun verzet tegen de moordlustige psychopaat Jeronimus Cornelisz organiseerden. Met de zodiacs van het schip werden we in groepjes over gevaren naar de eilanden en konden daar op ontdekking gaan. Voor mij persoonlijk was het ‘ontdekken’ van de bouwsels door Wiebe Hayes en zijn mannen een emotioneel moment. De twee ‘shelters’ en/of verdedigings ‘fortjes’ bestonden uit laag ommuurde ruimtes van enkel vierkante meters, de muren van droog opeengestapelde stenen lagen er nog bij zoals ze 350 jaar terug waren achtergelaten. Recent onderzoek heeft uitgewezen dat begroeiïng, geologie en ‘man-made’ structuren op de eilanden extreem langzaam verweren. Zo traag dat men tamelijk zeker weet dat wat we nu zien nagenoeg identiek is aan wat de Batavia-schipbreukelingen zagen en bouwden. Toen alle andere Oosterschelde-gasten hun wandeling voortzetten, was ik een poosje allen bij het ‘fort’ en het kostte weinig moeite om me terug in de tijd te wanen en ik zag de soldaten en hun belegeraars rondwaren op dat ‘godverlaten’ eiland. Want dat was het, een meer vreselijk oord om te stranden kun je je nauwelijks voorstellen; alhoewel er eetbare vogels en wallabies waren, troffen ze er ook giftige slangen en insecten aan, en ondrinkbaar water, totaal geen schaduw van wat dan ook, nauwelijks enige bescherming tegen de wind en zeker geen beschutting tegen regen. K
ortom een periode van totaal onmenselijk overleven totdat eindelijk na maanden van ellende, dood en verderf Pelsaert met het jacht de ‘Saerdam’ (Zaandam) terugkeerde van Batavia. Het verhaal een Hollywood movie waardig.
Na het bezoek aan Wiebe Hayes Island wachtte ons aan boord een nieuwe culinaire verrassing van Wouter, de superkok met zijn enthousisaste bemanning/keukenhulpen. Een ware Indische rijsttafel zoals voor mij al 16 jaar lang een vage herinnering was. Wat een smulpartij, Nederlanders en Aussies waren het er over eens dat het eten vast niet beter kon worden. Hoe mis hadden we het!
De volgende dag lichtten we anker en voeren naar Beacon Island, de oorspronkelijk eerste ‘landingsplaats’ van de Batavia-schipbreukelingen. Dachten we dat Wiebe Hayes Eiland ‘hell on earth’ was, dit was dan de het binnenste binnenste van de hel. Een eiland nauwelijks 3 voetbalvelden klein, krap 1 meter boven de zeespiegel, bestaande uit koraalbrokken en verweerd koraalgruis, begroeid met lage ruige struikjes omringd door eindeloze oceaan met aan de horizon wat andere gelijke eilandjes en ooit in de verte op 2 km afstand de ‘Batavia’ vastgenageld op een koraalrif. Geen romantisch koraal met zachtjes wiegende kleurtjes maar wit gebleekt scheermesscherpe kalkstructuren. Dit was de basis voor ongeveer 300 Batavia-opvarenden en het begin van de menselijk hel die Jeronimus over hen zou uitstorten. Een monument in 1979 opgericht, bestaande uit een bronzen plaquette onderaan een stapel koraalbrokken, die elke bezoeker mag uitbreiden, herinnert ons voor altijd aan de wreedheid van het bestaan. Tezamen met andere Oosterschelde-bezoekers liepen we elk met onze eigen gedachten wat rond, het prachtige klassieke profiel van de afgemeerde ‘Oosterschelde’ droeg bij aan het ‘historische’ gevoel.
Maar het schip en het zeilschema riepen ons terug en na aankomst zetten we zeil terug naar Fremantle, helaas kon de havenmeester van Geraldton geen toestemming geven om de haven binnen te lopen, de kleine haven en de te hoge golfslag lieten ons bezoek niet toe, later hoorde ik dat ook grotere zeeschepen niet zelden een week of langer moeten wachten tot de havencondities veilig zijn.
Niet getreurd. Wij zeilen op een prachtschip met meer dan genoeg afleiding om ons weken lang te vermaken, walvissen vertoonden zich geregeld, een spontane snelle duik door enkele dapperen en het constant bijstellen van de zeilen hield iedereen bezig actief als ‘gastbemanningslid’ of zoals ik, actief met de camera. 35 jaar professionele fotografie laat zich niet stoppen en ook nu was ik trigger happy. Mijn belofte de laatste avond een fotopresentatie te houden moest tenslotte serieus voorbereid worden. Een persoonlijk foto-uitdaging was het creëren van zgn. ‘virtual tours’ tijdens het zeilen. Dit zijn zeg maar 360 graden in alle richtingen te bekijken panoramas die opgebouwd worden uit 12 individuele opnames die met speciale computersoftware tesamen geplakt worden. Je kunt je voorstellen dat de onophoudelikke beweging van schip, golven, horizon, zeilen en tuigage het een ware uitdaging maken om alle lijnen te laten kloppen. Op het moment van dit schrijven nog in bewerking, de fotografie lijkt ok en dus hoop ik een en ander snel online te hebben.
De zeiltocht terug vond plaats in ideaal zeilweer dachten we, we kwamen echter nergens bleek later. Natuurlijk wist de kapitein dat maar wij als gasten dachten dat we lekker opschoten. Wel vonden we het verdacht dat elke paar uur de zon aan de andere kant van het schip stond. We waren aan het ‘tacken’ op de wind. En die stond zo dat we dus nergens kwamen, maar om ons een zeilplezier te doen en omdat we door het uitvallen van het Gerladton-bezoek tijd over hadden trakteerde de kapitein ons dus op een dag van heerlijk recreatief zeilen, en mensen, wat zeilt die ‘Oosterschelde’ mooi. Alle zeilen bij is het een heerlijk schip dat zich met gestage bweging door de golfen ploegde. Na een dag van hard werken, ja zeilen is serieus werk ook op vakantie, na zo’n dag had Wouter weer een supercreatie voor ons klaar, een echt Hollandse hap met sappige biefstuk, puree en spinazie; wist hij veel dat ik als enige mijn hele leven nooit spinazie at ;-).
’s Nachts stak de wind goed op en nog wel in de goede richting, met de zeilen perfect gezet en de bemanning op scherp, de wachten goed ingespeeld konden we 11 knopen maken in de richting van Fremantle, met als resultaat dat we de volgende morgen 6 uur eerder dan gepland arriveerden, de geregelde regenbuien konden ons niet deren, opvarend met de ‘Europa’ genoten we van het ruige weer en voelden ons nu echte zeelui. ‘s Avonds was er een afscheidsborrel en diner. En zoals eerder aangehaald, Wouter en team overtroffen opnieuw onze verwachtingen: een heerlijk buffet bestaande uit allerhande waanzinnig heerlijke hapjes. Afgerond met mijn video/foto-presentatie en een welverdiende stevige slok. Iedereen was het er over eens, de ‘Oosterschelde’ is niet alleen het mooist denkbare schip maar ook het best voorziene; de sfeer aan boord, de zorgzame bemanning hadden een uiterst gevarieerde groep mensen in die 12 dagen in een reuzegezellige vriendenclub omgevormd. Het afscheid de volgende morgen ging dan ook eindeloos door, adressen uitgewisseld en zeker is zeker, zeilen op de ‘Oosterschelde’ naar Batavia’s eilanden blijft voortbestaan in ons aller gedachten als een onvoorstelbare ervaring.
DANK!!!”