Warm

Warm

Warm

28 februari 2013

Een scheepje, midden op de oceaan. 800 mijl oftewel 1500 kilometer naar het dichtstbijzijnde land. Weinig tot geen wind en warm. Erg warm. Je kunt je nu goed voorstellen hoe het geweest moet zijn op de schepen uit de Gouden Eeuw, net als wij onderweg naar Kaap de Goede hoop, maar dan met 400 mensen samengepakt in benauwde ruimen waar het wemelde van de luizen en ander ongedierte. De vaten drinkwater waren nu wel bedorven, de laatste groenten allang op en de eerste doden door scheurbuik of een andere ziekte al overboord gezet. Zelfs het kleine beetje wind dat er is, brengt alleen maar meer klamme warmte en die 800 mijl kunnen met de vaart die we nu lopen, zo’n 3 mijl per uur, nog wel lang gaan duren. Je zou bijna verlangen naar het Nederlandse weer. Bijna.
Het weer is trouwens duidelijk veranderd. Altostratus en cumulus-wolken beloven regen en geregeld zien we dat ook om ons heen. Uit voorzorg voor onweersbuien strijken we ’s nachts de gaffeltopzeilen, hoezeer we de extra snelheid ook nodig hebben, maar het is veiliger zo. Afgelopen nacht hadden wij onze eerste serieuze regenbui in vele weken. Het Sahara-stof zal een beetje uit de tuigage zijn gespoeld, maar veel verkoeling bracht het niet. Ook de regen is hier warm.
We zijn nog maar zo’n 160 mijl van de evenaar verwijderd, maar zoals gezegd gaan we niet snel. Ook kunnen we niet precies de gewenste koers sturen zodat we langzaam steeds iets oostelijker komen. De vraag is waar en wanneer we de zuidoostpassaat vinden.